• Succesvol slechthorend
  • Posts
  • Interview met Sandra Beuving (bestuurder): ‘Kijk steeds voor jezelf wat er wel kan!’

Interview met Sandra Beuving (bestuurder): ‘Kijk steeds voor jezelf wat er wel kan!’

Over haar werk bij Kentalis en netwerken als bestuurder

Goedemorgen,

Sandra Beuving was tot begin dit jaar lid van de Raad van Bestuur bij Koninklijke Kentalis, een zorg- en onderwijsorganisatie voor mensen met gehoorverlies of een taalontwikkelingsstoornis. In een interview met het Brabants Dagblad zei ze destijds over haar overstap naar Kentalis: ‘Ik ben zelf slechthorend, dus je zou kunnen zeggen dat ik affiniteit heb met de doelgroep.’ Ze heeft in haar loopbaan vele managementfuncties gehad. Na haar afscheid bij Kentalis is ze gestart als interim bestuurder bij Vigere Jeugdzorg.

Foto Sandra Beuving: op kantoor met blauw hemd en rood vest

Sandra was vijfentwintig toen ze merkte dat ze met haar linkeroor slechter hoorde. Ze stond aan het begin van haar carrière. Vijf jaar later gaat ook haar gehoor aan haar rechteroor achteruit. Ze is dan directeur Bedrijfsvoering op mbo-school ROC De Leijgraaf. ‘Het begon echt te hinderen. Ik kon collega’s niet goed verstaan en schrok me wild als iemand onverwachts mijn kamer binnenstapte, omdat ik dat niet kon horen. Als ik veel vergaderingen had, dan was ik gesloopt aan het einde van de dag. Het was niet meer te doen. Dat was een frustrerende periode. De enige oplossing was om apparatuur te zoeken om mijn gehoor te ondersteunen.’

Hoe was het krijgen van hoortoestellen voor jou? ‘Van mijn eerste hoortoestellen kreeg ik tranen in m’n ogen als iemand in een kopje koffie roerde, omdat ik dat geluid heel hard hoorde. Dat instellen kost gewoon tijd. Na verloop van tijd ging dat beter. Ik prijs me wel gelukkig dat toen ik slechter ging horen, er al goede apparaten bestonden. En ik merk dat die technologie steeds beter wordt.’

Wat is jouw gehoorverlies nu? ‘Ik heb nu aan beide oren een gehoorverlies van rond de zestig decibel. Sommige slechthorenden zeggen dan: “Dat valt nog wel mee”. Maar het is wel in zo’n mate dat je er last van kunt hebben in je functioneren. Ik ben er heel open over, maar het blijft lastig tegen een collega te zeggen: “Sorry, ik heb niet verstaan wat je tegen me zei.” Je blijft de hele dag “radend” luisteren, dus je puzzelt met de context. Dat vraagt veel van je hersencapaciteit.’

Welke hoorhulpmiddelen gebruik je? ‘Ik heb lange tijd alleen hoortoestellen gebruikt. Toen ik bij Kentalis kwam werken sprak ik vaker met collega’s over wat slechthorendheid betekent, hoe je daarmee omgaat en wat het met je energiebalans doet. Dat zijn gesprekken die je normaal minder snel hebt. En bij Kentalis zag ik voor het eerst solo-apparatuur. Dat heeft voor mijn functioneren veel betekend. Ik ben veel minder moe. Zonder solo-apparatuur was ik total loss na een werkdag.’

‘In coronatijd was mijn solo-apparatuur echt een uitkomst. Ik kan nu het geluid rechtstreeks op mijn oren horen. Dat was voor mijn gezin ook rustgevend trouwens, dat ik niet meer videobelde met het volume van mijn laptop op standje 100. Voordat ik solo-apparatuur kreeg, had ik wel voor het bellen via de telefoon een directe verbinding met mijn hoortoestellen. Maar dat je zoiets ook voor je laptop kon gebruiken, dat is bij de audicien niet ter sprake gekomen.’

Hoe deed je je werk voordat je solo-apparatuur had? ‘Ik ben er altijd wel open over geweest. Ik heb zoiets van: “Kijk, ik heb mijn beperkingen. En ja, soms moeten we even iets aanpassen.” Ik geef dus altijd snel aan dat iemand op een bepaalde plek moet gaan zitten of zijn hand voor zijn mond weg moet halen.’

‘Als bestuurder in het onderwijs ging ik langs in de klas. Dat was wel lastig. Als kinderen nog verlegen zijn, praten ze zacht. En dan versta je ze niet. Ik vroeg de leraar dan om het te herhalen als een vraag werd gesteld. Als je het aan een kind zelf vraagt, gaat die soms juist nog zachter praten door de spanning.’

Als bestuurder werk je veel met mensen buiten je eigen organisatie. Wanneer vertel je dan dat je minder goed hoort? ‘Dat hangt een beetje van de setting af. Het gaat vaak om congressen, grote vergaderingen of onrustige dinertafels. Dan is de microfoon van mijn solo-apparatuur eigenlijk mijn aanleiding om het ter sprake te brengen. Ik leg die neer en zeg dan: “Jongens, ik ben jullie niet aan het afluisteren. Maar dit is mijn microfoon, die heb ik nodig om goed te kunnen verstaan.” Ja, zo is het gewoon.’

Netwerken lijkt me belangrijk in jouw functie, hoe doe je dat? ‘Ik ga wel naar netwerkbijeenkomsten, maar ik vind dat niet het leukste om te doen. Dat snap je, met mijn beperking. Ik heb er een truc voor: ik kijk eerst rond of er mensen zijn die ik ken. Dan ga ik daar bij staan. En dan hoop ik dat er iemand aansluit die ik nog niet ken. Soms stap ik op iemand af en begin ik een een-op-een gesprek. Dan zeg ik bijvoorbeeld: “Ik heb nog geen koffie, zullen we even koffie halen?” Als we dan samen in de rij staan is het makkelijker om een gesprek te voeren. En als er kraampjes zijn, dan ga ik in gesprek met de standhouder. Die willen vaak graag iets vertellen.’

Hoe deel je je dag in om genoeg energie te houden? ‘Als mijn werkdag vol gepland is met vergaderingen, dan heb ik na afloop fluitende oren. Dat houd ik geen week vol. Dus ik schat steeds in hoe mijn energie is. Soms is het handiger om even naar buiten te gaan en in mijn eentje een rondje wandelen om te resetten. Ik doe dingen net op een andere manier. Soms doe ik een overleg via Microsoft Teams, terwijl mijn collega en ik beide op kantoor zijn, zodat ik geen last heb van bijgeluiden. Lunchen doe ik vaak met het team, maar mijn collega’s weten dat ik er dan wat wazig bij kan zitten omdat ik het niet volg. Als een collega me dan wil spreken stel ik voor om samen naar buiten te gaan. Inmiddels is het gewoon een tweede natuur om aanpassingen te doen. Ik denk er niet meer over na.’

Heb je wel eens vervelende dingen meegemaakt met reacties van mensen op je gehoorverlies? ‘Nee, dat niet. Maar dat heeft misschien met mijn eigen positieve insteek te maken. Ik denk: ik heb het ermee te doen. Dit is het en ik kan ermee functioneren. Ik ben ontzettend blij met alle apparatuur die er is en wat er mogelijk is. Ik geloof niet dat collega’s er nou veel last van hebben, dat ik dingen wat slechter hoor. Ik maak er ook grapjes over. Dan zeg ik: “O, ja, ik gaf net antwoord op de vraag die je me niet stelde.”’

Ik denk dat het ook goed is voor andere slechthorenden om er zo mee om te gaan. Heb je andere tips waar mensen aan kunnen denken om geluk of succes in hun werk te bereiken? ‘Ik heb bij Kentalis gewerkt met andere mensen die slechthorend zijn, waarbij ik zag dat ze echt over hun grenzen gingen. Je ziet dat veel slechthorenden overcompenseren, dat ze denken: “Ik heb iets goed te maken, ik moet harder mijn best doen dan anderen.” Ik zou het mooi vinden als we dat uit de wereld kunnen helpen: je hoeft niet iets goed te maken.’

‘Er was een moment bij Kentalis dat mij erg raakte. Ik was op bezoek op een school. Samen met een beleidsmedewerker was ik in gesprek met een leerling met een cochleair implantaat (CI). Ergens aan het einde van het gesprek kwam die leerling tot de ontdekking dat wij alle drie slechthorend waren, dat had ze eerder niet door. Zij zei uit de grond van haar hart: “Ik kan dus toch iets worden”. Dat is wel wat ik mee wil geven: je kunt echt iets worden. Sterker nog, je bent al iets. Je bent jezelf en de wereld ligt aan je voeten. Of je nou doof of slechthorend bent, of een andere beperking hebt, het maakt echt niet uit. Als jij maar steeds voor jezelf kijkt wat er wel kan!’