- Succesvol slechthorend
- Posts
- Interview Cas Wolters: “Ik wilde niet gepresenteerd worden als zielige deelnemer”
Interview Cas Wolters: “Ik wilde niet gepresenteerd worden als zielige deelnemer”
Goedemorgen,
Hier keek ik al een tijdje naar uit: een interview met Cas Wolters. Hij stond bovenaan het lijstje van mensen die ik wilde interviewen voor deze nieuwsbrief. Het werd een mooi gesprek over tv-programma’s maken, lesgeven en ondernemen.
Veel leesplezier en een fijne werkweek!
Stan
Cas Wolters (26) is bekend als deelnemer van Heel Holland Bakt. In 2018 bereikte hij de halve finale van het tv-programma. Naast zijn bakkwaliteiten viel hij op doordat hij Nederlandse Gebarentaal gebruikte. Na Heel Holland Bakt deed hij verschillende tv-klussen en startte zijn eigen onderneming. Dat doet hij naast zijn baan als leerkracht op een basisschool in Roermond.
Tijdens Heel Holland Bakt vertaalde tolk Wieke de instructies van presentator André van Duijn en het commentaar van juryleden Robèrt en Janny naar Nederlandse Gebarentaal. Bij Cas zelf waren zijn hoortoestellen duidelijk zichtbaar en in het programma leerde hij de presentator een paar gebaren. Heel vanzelfsprekend allemaal. Wat de kijker niet wist: hierover waren door Cas en Wieke afspraken gemaakt met het productieteam.
Productieteam
Cas: “Op mijn inschrijfformulier had ik bij de opmerkingen geschreven dat ik hoortoestellen droeg en een tolk wilde meenemen. Dat was geen probleem. Toen ik door de voorrondes heen kwam, heb ik samen met Wieke een persoonlijk gesprek gehad met het productieteam. Ik wilde niet gepresenteerd worden als een zielige deelnemer. En Wieke gaf aan dat ze als tolk graag wilde dat de aandacht niet nadrukkelijk naar haar ging. Daar maakten we goede afspraken over. Wieke werd vastgelegd voor alle opnamedata, zodat er een vast gezicht als tolk was.”
Het vertalen van de instructies en het jurycommentaar was uitdagend. Zo waren er voor veel baktermen en ingrediënten nog geen gebaren. Cas en Wieke bladeren vooraf door de recepten om nieuwe gebaren af te spreken. Het moeilijkste waren de termen uit het jurycommentaar. Daar moest soms op het moment zelf een gebaar voor worden bedacht. Cas: “Soms ging Wieke het woord spellen en dan kon ik het gebaar voor haar bedenken, omdat ik de term kende. Zo werd haar woordenboek steeds groter.”
Masterclass in New York
Toen Cas meedeed aan Heel Holland Bakt, studeerde hij nog aan de lerarenopleiding. Hij zat in het derde jaar en had al zijn studiepunten behaald. In overleg met zijn docent besloot hij om zijn studie tijdelijk stop te zetten, om dan later een inhaalslag te maken. Dat was maar goed ook, want na de uitzending van het programma kreeg Cas uitnodigingen van allerlei bedrijven en organisaties om workshops te geven.
“Een van mijn tofste opdrachten was in New York. Daar mocht ik een masterclass geven aan de gasten van een hotel. Dat was in het Engels. Ik had helemaal uitgeschreven wat ik ging zeggen: de instructies, het recept, de ingrediënten en de baktermen. Ik gebruikte soms Google Translate en heb een paar avonden geoefend. Het ging me heel goed af, al waren er wel een paar woorden die ik echt niet wist en dan heel letterlijk vanuit het Nederlands ging vertalen. Zoals steelpan. Dat moest saucepan zijn, ik maakte er 'stiel pen' van."
Voor de klas
Ondertussen studeerde Cas nog. In die periode ging hij alleen naar lessen waarbij hij echt aanwezig moest zijn. Bij sommige vakken besloot hij om de hoorcolleges over te slaan. Zo kon hij workshops geven en klussen voor tv doen. Maar in zijn achterhoofd behield hij het doel om de studie af te ronden. "Je leert er goed presenteren, voor groepen staan en dingen uitleggen. Het is een mooie basis voor elk beroep. Met nog één jaar voor de finish was het zonde geweest om te stoppen."
Nu staat hij voor de klas in groep 4, op de school in Roermond waar hij ook zijn stage deed. In de klas zitten dertig kinderen. Hij geeft zijn lessen samen met een andere leerkracht. "De directie houdt rekening met mij bij de klassenindeling. Vorig jaar had ik een klas van twaalf leerlingen. Dat is voor mij erg prettig. Ze proberen me wat rustigere klassen te geven, waar de kinderen niet te veel op elkaar reageren."
Spelregels voor communicatie
Aan het begin van het schooljaar heeft Cas de leerlingen zijn gehoorapparaten laten zien en ze uitgelegd wat dat betekent. "Ik gaf ze spelregels mee: bijvoorbeeld dat ze stil moeten zijn als een klasgenootje praat en als ik wat zeg. Ik merk dat als je dat een keer goed uitlegt aan basisschoolkinderen, ze er eigenlijk supergoed rekening mee houden!"
"In een drukke situatie, zoals een crea-opdracht, leg ik de kinderen uit: kom naar mij toe en ga niet roepen in de klas. Tik me even aan. Pas als we oogcontact hebben, weet ik dat je mij iets wilt vertellen en kan je beginnen met praten."
Cas leert de kinderen een paar gebaren. “Bij een toets mogen ze niet praten. Als een kind dan klaar is met de toets steekt hij zijn vinger op. Ik wijs hem dan aan en dan gebaart hij “klaar”. Zo leer ik horende kinderen iets over omgaan met mensen die niet goed horen. Dat vind ik erg leuk aan het regulier onderwijs.”
Tolken in Limburg
Op school heeft hij het naar zijn zin. “Ik heb geluk met mijn collega’s. Het zijn heel fijne mensen. Mensen die in het onderwijs werken zijn natuurlijk toch vaak zorgzaam. Anders ga je dit vak niet doen.” Bij de teamvergaderingen op school neemt hij geen tolken mee. “We vergaderen gelukkig weinig. Het is lastig om tolken te vinden in Limburg. En de meeste vergaderingen zijn in het Limburgs, er zijn bijna geen tolken die dat dialect verstaan. Ikzelf versta dat prima, het maakt voor mij niet veel uit of het Limburgs of Nederlands is. Maar luisteren kost energie en na zo’n vergadering ben ik gesloopt.”
Ondernemen
Cas werkt vier dagen op school en daarnaast is hij ondernemer. “Ik zeg altijd: ik werk drie dagen voor mezelf. Ik krijg veel energie van bakworkshops en tv-klussen. Ik moet wel goed plannen. Ik plan een maand vooruit en bereid mijn werk goed voor. Als ik de volgende dag een opdracht heb, lig ik om half tien in bed. Het afgelopen jaar was wel heel hectisch. Ik probeer nu iedere maand twee dagen te plannen waarop ik helemaal niets hoef.”
In coronatijd ging Cas online workshops geven. “Veel opdrachten werden geannuleerd. Ik dacht: ‘wat kan ik nu doen?’. Toen ben ik begonnen met online workshops. Ik bouwde thuis een studio, stuurde mensen een bakpakket op en ze konden dan via Zoom meedoen. Ik had dan thuis een tolk Nederlandse Gebarentaal. Die vertaalde de vragen van de deelnemers voor mij. Zij zagen de tolk niet.”
De workshops waren een succes. Het ging zo goed dat Cas zijn eigen bakstudio is begonnen. Op 20 en 21 mei zal zijn ‘bakhal’ in Roermond officieel geopend worden.
Naast workshops geeft Cas ook lezingen. Daarin vertelt hij zijn levensverhaal. “Ik laat dan een filmpje zien van mij als kind. Je ziet daar hoeveel moeite ik had met spreken. Ik zat op de dovenschool in Hoensbroek en had daar drie keer per week logopedie. Ik ben best wat hindernissen tegenkomen in mijn leven. Maar het is niets voor mij om me daarbij neer te leggen. Ik kijk naar wat er wél kan.”